AI, gender en de arbeidsmarkt
Op het het congres ‘Hey Siri, vind een geschikte kandidaat’ schoof ik samen met Rina Joosten-Rabou, Hans de Zwart, David Graus en Mildo van Staden aan bij een stakeholdersdebat over inclusieve AI. AI is een favoriet duizenddingen doekje voor maatschappelijke problemen. Leuk, tien basisprincipes voor inclusieve AI bij werving en selectie, maar laat overheden en bedrijven eerst maar eens hype-resistent worden.
De vraag of we AI überhaupt moeten inzetten voor recruitment doeleinden mag niet worden overgeslagen. Een van de succesverhalen die werd gepresenteerd was VICTORY: een AI-tool die tekstsuggesties doet om inclusievere vacatureteksten te schrijven.
Het inzicht dat taalgebruik bepalend is voor wie zich wel en niet door een vacaturetekst voelen aangesproken is al heel oud. Dat we dit nu efficiënter kunnen toepassen met automatische aanbevelingen is handig. Maar er zit in cultureel opzicht een keerzijde aan. Namelijk dat we op deze manier met AI meer in binaire ‘dit is hoe mannentaal eruitziet’ en ‘dit is hoe vrouwentaal eruitziet’ patronen gaan denken. Meer als een robot dus.
Voorbeeld: VICTORY adviseert om in plaats van ‘driven by’ de term ‘inspired by’ te gebruiken omdat die eerste typisch mannelijk taalgebruik zou zijn. Wat betekent het als we mannelijkheid en vrouwelijkheid in taalmodellen gaan formaliseren? Wat doet dat met onze dynamische onderhandelingsruimte over taal en gender? Ik krijg behoorlijke betuttelingsjeuk bij het idee van ‘vrouwvriendelijk taalgebruik’. Hoezo typisch vrouwelijk? Waren net niet een beetje voorbij die stereotypes aan het groeien?